Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze Algemene Voorwaarden voor Taxivervoer wordt verstaan onder:

  1. Taxivervoer: al het overeengekomen personenvervoer per auto zoals bedoeld in het Vlaams decreet van 20 april 2001,
    waarbij de ritprijs van tevoren is overeengekomen dan wel wordt bepaald door het hanteren van de Taxameter.
    Het vervoer omvat tevens het in- en uitstappen.
  2. Vervoerovereenkomst: de tussen Reiziger/Opdrachtgever en Vervoerder afgesloten overeenkomst om taxivervoer te
    verrichten.
  3. Taxistandplaats: een deel van de voor het openbaar verkeer openstaande weg dat door de wegbeheerder is
    aangewezen als standplaats voor taxi’s.
  4. Reiziger: de persoon die door Vervoerder wordt vervoerd.
  5. Opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon die een Vervoerovereenkomst aangaat met Vervoerder.
  6. Opdracht:
    a. een opdracht van een natuurlijke persoon aan een Vervoerder die op een Taxistandplaats reizigers afwacht
    b. iedere andere opdracht van een Reiziger/Opdrachtgever aan Vervoerder.
  7. Vervoerder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, diens Bestuurder(s) van de auto(’s) daaronder begrepen,
    die zich verbindt personen te vervoeren per auto.
  8. Bestuurder: bestuurder van de auto waarmee taxivervoer wordt verricht (de taxichauffeur) in dienst van Vervoerder met inbegrip van andere Bestuurders van de auto, die niet in dienst zijn van vervoerder maar wel dienst doen in zijn
    opdracht in een vervoermiddel van Vervoerder of een vervoermiddel dat aan Vervoerder beschikbaar is gesteld.
  9. Bagage: bagage die een Reiziger als gemakkelijk mee te voeren, draagbaar dan wel verrijdbaar bij zich heeft,
    daaronder begrepen levende dieren, alsmede andere voorwerpen die door de Vervoerder als bagage worden toegelaten.
  10. Taxameter: apparaat in de auto dat de vervoerprijs overeenkomstig de kenbaar gemaakte tarieven aangeeft. De Taxameter dient zichtbaar aanwezig te zijn.
  11. Taxi: voertuig dat aan alle wettelijke verplichtingen voldoet om ingezet te worden als taxi. Het maximum aantal zitplaatsen voor Reizigers in deze auto’s is beperkt tot 4 bij een sedan en 8 bij een minibus.

Artikel 2: Toepassingsgebied

Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle Vervoerovereenkomsten, gesloten tussen Reiziger/Opdrachtgever en Vervoerder.

Artikel 3: Totstandkoming Vervoerovereenkomst

  1. Een Vervoerovereenkomst komt tot stand door aanvaarding door de Reiziger van het aanbod van de Vervoerder.
  2. Als sprake is van een Opdracht als bedoeld in artikel 1 lid 6a., dan is Vervoerder verplicht deze opdracht te
    aanvaarden, behoudens het bepaalde in artikel 4 lid 1.
  3. De verplichtingen van Vervoerder, waaronder artikel 7, gelden eveneens tegenover de Reiziger die niet als
    Opdracht gever optreedt.

Artikel 4: Beëindiging en annulering Vervoerovereenkomst

  1. Vervoerder kan het voortzetten van de rit onmiddellijk staken en aldus de Vervoerovereenkomst beëindigen,
    indien de Reiziger dusdanige hinder veroorzaakt dat in alle redelijkheid niet van de Vervoerder kan worden gevergd
    dat hij de Reiziger (verder) vervoert. Vervoerder kan in dat geval de Reiziger gelasten het voertuig onmiddellijk te
    verlaten.
  2. Vervoerder is in een geval zoals is bedoeld in lid 1, niet gehouden de Reiziger enige schade te vergoeden.
  3. Bij voortijdige beëindiging is Reiziger, ingeval de ritprijs tot stand komt via de Taxameter, het bedrag verschuldigd dat de
    Taxameter aangeeft op het moment van beëindiging van de rit. Ingeval voor aanvang van de rit een ritprijs is
    overeengekomen, is Reiziger een evenredig deel van de vooraf overeengekomen prijs verschuldigd, ter vergoeding van het reeds gereden deel van de rit.

Artikel 5: Verplichtingen en bevoegdheden – Reiziger

  1. Reiziger is gehouden:
    a. door Vervoerder in alle redelijkheid gegeven aanwijzingen of instructies op te volgen, zoals het plaatsnemen
    op de door vervoerder aangewezen zitplaats
    b. de gordel om te doen, voorafgaand aan de rit. Een boete die voortvloeit uit het zich niet houden aan deze
    verplichting door de Reiziger kan op deze worden verhaald.
  2. Reiziger is verplicht zich in de Taxi te onthouden van:
    a. beschadiging en/of verontreiniging van de Taxi
    b. het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van Vervoerder
    c. het meevoeren en/of gebruiken van verdovende middelen
    d. het gebruiken van rookwaar
    e. agressie, het plegen van handtastelijkheden, het lastig vallen, bedreigen, dan wel zich op een andere wijze
    onbehoorlijk gedragen jegens Vervoerder en of anderen
    f. het op enigerlei wijze hinderen van Vervoerder in de uitoefening van zijn taak.
  3. Reiziger is gehouden hetzij de vooraf overeengekomen ritprijs, hetzij de door de Taxameter bepaalde ritprijs te betalen.
  4. Reiziger is bevoegd om tussentijds de eindbestemming van de rit te wijzigen; dit met inachtneming van het in lid 3 gestelde.
  5. Indien Reiziger er voor kiest zelf het portier te openen, is deze verplicht het portier zodanig te openen, dat geen hinder en/of gevaar voor het verkeer ontstaat.

Artikel 6: Betaling

  1. Uitvoering op grond van de Vervoerovereenkomst geschiedt op grond van het Vlaams decreet van 20 april 2001
    vastgestelde en op correcte wijze bekend gemaakte tarieven, zoals bepaald door de Taxameter of waarbij de ritprijs
    van te voren overeen is gekomen.
  2. Betalingen door Reiziger/Opdrachtgever aan Vervoerder dienen contant met een in België algemeen geaccepteerd
    betaalmiddel te geschieden, daarbij algemeen erkende vormen van elektronische betalingen inbegrepen,
    tenzij anders is overeengekomen.
  3. Vervoerder is gerechtigd bij Reiziger/Opdrachtgever te bevorderen dat contante betalingen in gepast geld worden
    voldaan. Vervoerder is niet gehouden een hoeveelheid munten als betaling aan te nemen, als het tellen daarvan
    een onevenredig oponthoud veroorzaakt.

Artikel 7: Verplichtingen en bevoegdheden – Vervoerder

  1. Vervoerder is verplicht de Reiziger, alsmede de door hem meegevoerde Handbagage op zorgvuldige en veilige wijze
    te vervoeren.
  2. Vervoerder is verplicht de Reiziger naar de bestemming te brengen volgens de voor de Reiziger gunstigste weg: hetzij via de snelste dan wel economisch voordeligste route, tenzij de Reiziger of de meldkamer/centrale nadrukkelijk verzoekt of opdracht geeft om langs een andere route te rijden.
  3. Vervoerder is verplicht Reiziger behulpzaam te zijn bij het in- en uitstappen alsmede het in- en uitladen van Handbagage, tenzij zulks om (verkeers-)technische redenen onmogelijk is.
  4. Vervoerder is bij gebruik van de Taxameter verplicht de stand van de Taxameter bij het einde van de rit zo lang te laten staan, dat Reiziger zich redelijkerwijs van de stand op de hoogte heeft kunnen stellen.
  5. Vervoerder is verplicht om aan de Reiziger een betalingsbewijs te verstrekken waarop tenminste de daar voorgeschreven gegevens staan, zoals de ritprijs en daarbij toegepaste tarieven, de gereden afstand, naam, adres en nummer vergunning van het bedrijf, kenteken voertuig, datum en begin- en eindtijdstip van de rit.
  6. Vervoerder is verplicht zorgvuldig om te gaan met de persoonlijke gegevens, verkregen in verband met de boeking van ritten of anderszins. Vervoerder verwerkt deze gegevens conform de Wet bescherming persoonsgegevens.
  7. Als de Vervoerder het vervoer geheel of gedeeltelijk staakt, stelt de hij Reiziger zo spoedig mogelijk in kennis van het staken en indien mogelijk van de redenen, de door hem te nemen maatregelen en de mogelijke tijdsduur.

Artikel 8: Bagage

  1. Reiziger is verplicht zijn bagage deugdelijk te verpakken.
  2. Vervoerder heeft het recht het vervoer van bagage, welke door zijn aard lastig, gevaarlijk of verboden is c.q. kan zijn,
    dan wel aanleiding kan geven tot beschadiging of verontreiniging, te weigeren. Een dergelijke situatie doet zich in ieder geval voor indien bagage bestaat uit:
    a. vuurwapens, slag- en/of steekwapens;
    b. ontplofbare stoffen;
    c. samengeperste gassen in reservoirs;
    d. voor zelfontbranding vatbare of licht ontvlambare stoffen;
    e. sterk of kwalijk ruikende stoffen;
    f. verdovende middelen;
    g. munitie.
    3. Vervoerder is verplicht redelijke zorg aan te wenden zodat bagage van Reiziger niet verloren gaat of beschadigd wordt.

Artikel 9: Vervoer van dieren

  1. Levende dieren mogen, behoudens hetgeen in het volgende lid van dit artikel is bepaald, in gemakkelijk draagbare
    mand, tas of een dergelijk voorwerp welke kan worden neergezet of op schoot gehouden, worden meegevoerd.
    Honden mogen evenwel ook op andere wijze worden meegevoerd, mits kort aangelijnd.
  2. De in het eerste lid bedoelde dieren mogen niet worden meegenomen, indien deze op enigerlei wijze voor Reiziger
    of voor de Bestuurder lastig of hinderlijk kunnen zijn of lijden aan een ernstige ziekte.
  3. Hulphonden, zoals blindengeleidehonden dienen onder alle omstandigheden te worden meegenomen. Indien een Bestuurder allergisch is, dient hij/zij voor vervangend vervoer te zorgen.

Artikel 10: Gevonden voorwerpen

  1. Alle Bestuurders zijn verplicht de door Reizigers in hun voertuig achter gelaten voorwerpen na hun dienst in te
    leveren bij de Vervoerder.
  2. De Reiziger dient zo snel als mogelijk bij de Vervoerder te melden dat hij/zij iets vergeten is in de taxi.
  3. De Vervoerder zal indien de rechtmatige eigenaar van het gevonden voorwerp bekend is, er zorg voor dragen
    dat het voorwerp aan hem/haar wordt over gedragen. De rechtmatige eigenaar kan het voorwerp iedere werkdag
    ophalen tijdens de kantooruren. Indien het voorwerp naar de rechtmatige eigenaar gebracht dient te worden,
    dient deze de ritprijs voor de taxi te betalen.
  4. Vervoerder is bevoegd een door Bestuurder gevonden of door een ander gevonden en aan hem afgegeven voorwerp
    na drie maanden of, indien het voorwerp niet voor bewaring geschikt is, eerder te verkopen of aan te bieden bij het
    containerpark ter vernietiging.

Artikel 11: Overmacht

  1. Een tekortkoming kan Vervoerder niet worden toegerekend wanneer deze niet is te wijten aan zijn schuld, of als
    deze noch krachtens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt
    (overmacht). Als de Vervoerder door overmacht niet aan haar verplichtingen jegens Reiziger/Opdrachtgever kan
    voldoen, kan de Reiziger/Opdrachtgever de overeenkomst ontbinden.
  2. In geval van overmacht heeft Reiziger/Opdrachtgever geen recht op schadevergoeding

Artikel 12: Klachten en geschillen

  1. Klachten over de totstandkoming en uitvoering van de Vervoerovereenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij Vervoerder binnen bekwame tijd nadat Reiziger/Opdrachtgever de gebreken heeft geconstateerd of redelijkerwijs had moeten constateren.Vervoerder spant zich in om, mede ter voorkoming van geschillen, bij klachten van Reiziger deze serieus en in redelijkheid naar genoegen van Reiziger af te handelen.
  2. Ingeval partijen niet tot een afronding komen, dient Vervoerder de klagende Reiziger te wijzen op de mogelijkheid het aldus ontstane geschil aan de in lid 5 genoemde arbitragecommissie te kunnen voorleggen.
  3. Reiziger moet ingeval hij Vervoerder aansprakelijk stelt voor schade, deze schade zo spoedig mogelijk schriftelijk aan
    Vervoerder melden. De aard en de omvang van de schade moet daarbij bij benadering worden aangegeven.
  4. Geschillen tussen Reiziger/Opdrachtgever en Vervoerder over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze Vervoerder te leveren of geleverde diensten, kunnen zowel door Reiziger/Opdrachtgever als door Vervoerder worden voorgelegd aan de Arbitragecommissie, aangesteld door de beroepsvereniging APTU.